- Tombe van Middelwinde in Neerwinden/Overwinden
De Romeinse grafheuvel, op de grens tussen Neer- en Overwinden, werd in 1846 door een paar amateur archeologen onderzocht. In 1873 volgde een tweede opgraving. Er werd een gang gegraven en de onderzoekers stuitten op een muur in natuursteen, waarachter een grafkamer werd aangetroffen. Bij het verbreden van de weg tussen Neer- en Overwinden in 1972 werd in de omgeving van de tumulus een aantal platte stenen opgegraven. Een van de stenen, een kolos van 1000 kg, prijkt sindsdien als menhir op het plantsoen voor de H. Kruiskerk.
- Holle weg 'Longa' in Ezemaal
De 1 km lange mooie holle weg was een gedeelte van een Romeinse verbindingsweg tussen Landen en Tienen via Ardevoor. Tijdens de middeleeuwen was de zuidelijke helling van de heuvel, de Tombelle, met wijnranken beplant. In de holle weg komen zeer veel insecten en andere ongewervelde dieren voor. Ook broedvogels, die thuishoren in de bosrand, komen frequent voor.
- Domein Gitterdal in Landen
Op de archeologische site van Sinte Gitter, de plaatselijke benaming voor het Sint-Gertrudisdal, bevinden zich de koorruïne van de eerste Sint-Gertrudiskerk en twee feodale motheuvels, de Heemsberg en de Tombe van Pepijn. Opgravingen toonden aan dat de oude parochiekerk, die gewijd is aan Sint-Gertrudis, de dochter van Pepijn van Landen, verschillende bouwfasen heeft gekend. De begraafplaats in en rond de kerk bleef in gebruik tot in de 19de eeuw wat resulteerde in een enorm aantal graven Veel graven zijn opgebouwd uit gerecupereerd Romeins materiaal. Ook verschillende middeleeuwse antropomorfe graven zijn aanwezig. De beide mottes zijn na terreinonderzoek geïnterpreteerd als feodale mottekastelen met een – door grachten omringd - opper- en neerhof. Ze zijn in verband te brengen met de heren van Landen die een rol speelden in het grensconflict tussen het hertogdom Brabant en het prinsbisdom Luik.